Een verkennend onderzoek naar de preventieve aanpak van schadelijke praktijken in Nederland. Over witte vlekken in het beleid en effectieve interventies.

In opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deed Bureau Omlo in samenwerking met Ewoud Butter een verkennend onderzoek naar eventuele witte vlekken in het beleid om zogenaamde ‘schadelijke praktijken’ te voorkomen. Voor welke thema’s en doelgroepen is nog onvoldoende aandacht en welke interventies zijn effectief om schadelijke interventies te voorkomen? 

De vrijheid om jezelf te kunnen zijn en je eigen keuzes te kunnen maken, is niet voor alle Nederlanders even vanzelfsprekend. Vooral individuen uit zogenoemde ‘gesloten gemeenschappen’ worden soms beperkt in hun mogelijkheden om zichzelf te ontplooien en hun leven naar eigen inzichten en wensen in te vullen. Dit kan resulteren in praktijken als (eergerelateerd) geweld, achterlating, huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap, verstoting en vrouwelijke genitale verminking. 

Kenmerkend voor veel schadelijke praktijken is dat ze deels of lange tijd buiten het zicht van de reguliere hulpverlening en de partners in de strafrechtketen plaatsvinden. Het gaat om verschijnselen die soms verboden zijn, waar een taboe op rust en waarbij sprake kan zijn van schaamte. Het gaat ook om complexe problematiek, die zich hierdoor moeilijk in kaart laat brengen. 

De afgelopen jaren is er beleid ontwikkeld om deze praktijken, de laatste jaren meestal als ‘schadelijke praktijken’ omschreven, te voorkomen, te bestrijden en de slachtoffers vroegtijdig te helpen en ondersteunen. Dit gebeurt onder andere via de ‘actieagenda Schadelijke Praktijken’ dat voortbouwt op het eerdere Actieplan Zelfbeschikking (2015-2017). 

De verkenning bestond vooral uit interviews met 33 experts. We spraken  met onderzoekers, professionals van expertisecentra als KIS, Pharos, LKHA, LEC-EG, Dona daria, Inclusia en FIER, met ervaringsdeskundigen en met experts van diverse organisaties die geworteld zijn in uiteenlopende gemeenschappen en vaak al vele jaren ervaring hebben met deze problematiek.  Het ging hierbij om experts van IOT, SMN, HTIB, VON, Kezban, de Landelijke Werkgroep Mudawannah, Voice of all Women, Femmes for Freedom, Trans United, en Coloured Qollectieve.

Vraag aan deze experts was of alle thema’s en doelgroepen geadresseerd worden binnen de huidige  ‘actieagenda Schadelijke Praktijken’ en welke interventies effectief zijn om schadelijke praktijken te voorkomen en/of een mentaliteitsverandering tot stand te brengen. Wat zijn de werkzame elementen? 

Zijn alle thema’s en doelgroepen geadresseerd binnen de ‘actieagenda Schadelijke Praktijken’?

Hoewel de gebruikte terminologie (‘schadelijke praktijken’) niet door iedereen geschikt wordt geacht, vinden alle respondenten de huidige thema’s en doelgroepen binnen de actieagenda nog steeds relevant. Gevraagd naar witte vlekken in het huidige beleid, werd onder andere het volgende door een groot deel van de experts benoemd:

Ook aandacht voor andere doelgroepen

Het accent in het beleid ligt nu sterk op gesloten gemeenschappen van (vaak orthodox islamitische) Nederlanders met een migratieachtergrond, terwijl schadelijke praktijken ook in andere gesloten gemeenschappen plaatsvinden. Het gaat om gemeenschappen waar bijvoorbeeld niet de vrijheid bestaat om jezelf te kunnen zijn als LHBTI persoon, waar geen seksuele vrijheid bestaat, niet de vrijheid om zelf je partner te kiezen of wanneer niet de vrijheid bestaat een geloof te verlaten of voor een (ander) geloof te kiezen. Dit kan leiden tot praktijken als bijvoorbeeld conversietherapie, (online) pestgedrag, (psychisch) geweld, verstoting, leven in isolement of uitbuiting.

Andere schadelijke praktijken

In het beleid is vooral aandacht voor vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld, uitsluiting van LHBTI-personen, huwelijksdwang, huwelijkse gevangenschap en achterlating. De experts vroegen daarnaast ook aandacht voor de volgende praktijken:

  • De economische uitbuiting van vrouwen.
  • Online geweld; het internet is niet alleen een platform van schadelijke praktijken, maar biedt ook ruimte om schadelijke praktijken met andere middelen voort te zetten.
  • Mensen, meestal kinderen, met een gedragsstoornis, een psychische stoornis of een verslaving, die langdurig worden opgesloten zijn en slachtoffer zijn gebedsgenezing of exorcisme 
  • Mishandeling en (financiële) uitbuiting van ouderen

Tot slot vroegen enkele experts aandacht voor twee factoren die van invloed kunnen zijn op schadelijke praktijken: bemoeienis vanuit de landen van herkomst (‘de lange armen’) en een maatschappelijk klimaat waarin sprake is van polarisatie en discriminatie. 

Beloftevolle preventieve interventies en werkzame elementen

In de interviews met de experts hebben we gevraagd naar effectieve en beloftevolle preventieve interventies en werkzame elementen in de preventieve aanpak naar schadelijke praktijken. Daarnaast hebben we een beperkte literatuurverkenning gedaan. Er zijn vele voorbeelden van interventies genoemd, waaronder dialooginterventies gericht op het veranderen van sociale normen geleid door dialoogleiders (bij voorkeur met dezelfde achtergrond), voorlichtingsbijeenkomsten en theater. 

Verder werd onder andere het belang van outreachend werken genoemd. 

Enkele experts gaven aan dat voor verandering van binnenuit soms ook druk van buitenaf nodig kan zijn. Dat kan door de agendering van schadelijke praktijken in het publieke en politieke debat, maar ook door het vragen om verandering van wet- en regelgeving en/of het handhaven hiervan. Deze politieke agendering werd door enkele experts daarom nadrukkelijk als een interventie benoemd die kan bijdragen aan het voorkomen van schadelijke praktijken. 

Werk samen met organisaties uit betrokken gemeenschappen 

Tot slot werd door alle experts het belang benadrukt van het samenwerken met organisaties die voortkomen uit de betrokken gemeenschappen (zelforganisaties, migrantenorganisaties, vluchtelingenorganisaties, grassroots organisaties, maatschappelijke belangenorganisaties etc.). Deze organisaties beschikken over de relevante netwerken om slachtoffers, omstanders en daders te bereiken en ze hebben kennis van de culturele en religieuze codes die in deze gemeenschappen gelden. Omgekeerd kunnen ze vanwege hun toegang tot deze groepen eventuele problemen en praktijken eerder signaleren. De experts die wij spraken adviseerden dan ook deze organisaties daarom te betrekken bij zowel de ontwikkeling als de uitvoering van het beleid, samen met de expertisecentra, reguliere hulpverlening, meldpunten, zorg, onderwijs, politie etc.


Verder werd onder andere aanbevolen inclusiever te werken, het melden bij meldpunten laagdrempeliger te maken, samenwerking te zoeken met NGO’s in het buitenland, kennis te bundelen in expertisecentra en te investeren in langdurige projecten en samenwerkingsverbanden, als bijvoorbeeld de Alliantie Verandering van Binnenuit.

Lees hier ‘Een verkennende onderzoek naar de preventie van schadelijke praktijken in Nederland’

Photo credit: Dương Nhân via Pexels

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *